De technische eisen rondom service en onderhoud zijn inhoudelijk niet veel gewijzigd. Wel moeten alle handelingen nadrukkelijker geborgd en vastgelegd worden. Dit kan betekenen dat er wat wijzigt aan je werkwijze, of een extra check aan de ketels in jullie beheer.
Allereerst: de metingen. De CO-certificering gaat over koolmonoxide. Het is dus van groot belang dat je meetapparatuur gekalibreerd is. Daar wordt op gecontroleerd. Onder de CO-certificering is het onder meer verplicht om de concentratie koolmonoxide in de rookgassen van gastoestellen te meten en zo nodig tot afkeuring over te gaan. Maximale waarden voor de concentratie koolmonoxide hierbij zijn:
- 50 ppm voor open, afvoerloze gastoestellen (type A)
- 200 ppm voor open, afvoergebonden gastoestellen (type B)
- 400 ppm voor gesloten gastoestellen (type C).
Ook dient de concentratie van koolmonoxide in de omgevingslucht nabij het gastoestel worden gemeten. Maximale waarden hiervoor zijn:
- 5 ppm of hoger: installatie uitschakelen, oorzaak onderzoeken en wegnemen
- Meer dan 20 ppm: installatie uitschakelen, oorzaak onderzoeken, oorzaak wegnemen en melden bij het bevoegd gezag (gemeente).