De installatiemarkt is volop in beweging. Volgend jaar staat installatiebedrijven de volgende zaken te wachten.
Toenemende druk op de technische arbeidsmarkt
De installatiebranche staat al jaren onder druk door een tekort aan vakmensen, maar de komende periode wordt de uitdaging urgenter. Uit prognoses van Wij Techniek blijkt dat de sector tot 2030 meer dan 120.000 nieuwe technici nodig heeft. Deze technici zijn niet alleen ter vervanging van uitstromers, maar ook om de groei in de markt op te vangen. Wat de cijfers alarmerend maakt, is dat de traditionele instroom uit het beroepsonderwijs onvoldoende is om de tekorten te compenseren. Zij-instroom wordt cruciaal, net als het binden van jonge vakmensen die momenteel de sector vaak alweer snel verlaten.
Warmtepomp-overgangsjaar
De warmtepompmarkt kent twee jaren waarin de groei afgevlakt is. Dat gaat na volgend jaar veranderen. Na 2027 gaan, nog even los van politieke situatie én het nieuwe kabinet, de gasprijzen omhoog. Dat komt onder meer door de bijmengverplichting met groen gas én het aangekondigde emissiehandelssysteem ETS-2, dat de gebouwde omgeving gaat raken. Het hele effect is niet bekend, maar gas wordt sneller duurder dan elektriciteit, en dat blijkt een traditionele aanjager van de vraag naar warmtepompen in de particuliere markt. Installateurs hebben dus een jaar om zich hierop voor te bereiden. Ook de nieuwbouw zal uit het dal kruipen: het nieuwe kabinet gaat hierop inzetten en dat gaat de markt op lange termijn in aantallen merken.
Warmtepompsmaken: monoblocks
Door het verdwijnen van R32, schuift de warmtepompmarkt voor klassiek lucht/water op dit moment op naar monoblock-systemen met R290. Dat heeft installatietechnisch consequenties: de plek van het buitendeel wordt kritischer, en de diameter van het leidingwerk naar binnen forser. De meeste nieuwe buitendelen zijn antraciet. We zien ook een opmars van systemen zonder buitenunit, zoals de warmtepompboilers en lucht/watersystemen die buitenlucht naar binnen voeren. De hybride warmtepompen, op dit moment de helft van de renovatie blijven populair, mede doordat ze een relatief grote besparingstap leveren ten opzichte van de investerings-euro’s, vooral in de markt van woningcorporaties. Dát is de markt waar de grote aantallen gemaakt moeten gaan worden.
Druk op klimaatdoelstellingen
2030 komt dichterbij, en het Planbureau voor de Leefomgeving heeft becijferd dat de klimaatdoelen niet gehaald gaan worden. Die druk kan betekenen dat een nieuw kabinet maatregelen uit de hoed gaat toveren die de verduurzaming van de gebouwde omgeving gaat aanjagen.
Los het op achter de meter
De drukte op het net wordt een grotere factor van betekenis, en de salderingsregeling voor zonnestroom verdwijnt (2027). Er komen in 2028 verschillende energietarieven in relatie tot netcapaciteit. De ochtend en avond worden duurder. Dit werkt energiemanagement verder in de hand. Slimme aansturing van laadpaal en warmtepomp, de zelfconsumptie van zonnestroom, de opslag van energie in boilers en batterijen en technieken die dit alles aansturen en managen gaan een vlucht nemen.
ISDE breidt uit ventilatie
De exacte invulling van Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) voor 2026 is bekend. Wat warmtepompen betreft wordt het stapelen van systemen, dus meerdere warmtepompen in één configuratie, aan banden gelegd. Breidt je een systeem uit, dan krijg je enkel nog de opslag voor de extra kW’s, en niet langer het basisbedrag uit de ISDE-subsidie. De subsidie voor een combinatie van een warmtepomp voor ruimteverwarming en een warmtepompboiler voor warm tapwater verandert niet
De subsidieregeling voor onder meer isolatie en warmtepompen wordt uitgebreid met ventilatie. Energiezuinige ventilatiesystemen worden in de renovatie in combinatie met een isolatiemaatregel met €400 gesubsidieerd. Hieronder vallen vraaggestuurde C-systemen en centrale en decentrale balansventilatie met warmteterugwinning. Het gaat dus extra lonen om ventilatiesystemen op te plussen.
Kijk daarvoor dit webinar.
Nieuwe structuur voor F-gassen
R290 is doorgebroken, en dat heeft gevolgen. Met ingang van maart 2026 verandert het volledige stelsel rondom het werken met koudemiddelen. De huidige F-gassencertificering maakt plaats voor een persoonsgebonden systeem, waarbij installateurs specifieke certificaten (A t/m E) behalen voor het type koudemiddel waarmee ze werken. Dat is geen administratieve aanpassing, maar een fundamentele verschuiving in hoe vakbekwaamheid wordt beoordeeld. Monteurs moeten dus serieus in de schoolbanken.
In het nieuwe systeem worden ook natuurlijke koudemiddelen, zoals R290 en CO₂, nadrukkelijk meegenomen. Deze middelen winnen terrein omdat synthetische koudemiddelen zoals R32 vanaf 2027 niet meer op de markt mogen komen. Het gebruik van propaan vereist echter een andere technische benadering én extra veiligheidseisen, wat terugkomt in de nieuwe certificeringsstructuur.
Gasketels en CO-certificering
Er wordt hard gewerkt om CO-certificering praktisch toegankelijker en meer werkbaar te maken voor installatiebedrijven. In 2026 start ook de hercertificering voor het Bewijs van Vakmanschap CO. Vijf jaar geleden gingen de eerste vijfjarige diploma’s de deur uit. De theoretische opfrisser kan online worden gevolgd. Volgens maak je online, maar wel onder toezicht, een theorie-examen bij een geaccrediteerde examenlocatie. Monteurs hoeven voor een verlenging geen praktijktoets te doen. Op het gebied van cv-ketels zitten innovaties vooral in beheer en onderhoud op afstand.
Prefab verandert het installatieproces
Prefabricage, groot of klein, is niet meer weg te denken uit de installatietechniek. Dit verschuift het werk van de installateur van de bouwplaats naar de engineeringsfase, waar digitaal modelleren, koppelen en afstemmen met partners centraal staan. Prefab biedt een antwoord op personeelstekorten, faalkosten en installatiefouten, maar vraagt om een nieuwe mindset en vaardigheden, van tekenwerk tot logistiek inzicht.
Materiaalgebruik en circulariteit winnen terrein
Duurzaamheid verschuift van energieverbruik naar materiaalgebruik, waardoor de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) bij nieuwbouw belangrijker wordt. Installaties – van leidingen en buizen tot afgiftesystemen – moeten voldoen aan strengere eisen voor milieubelasting en circulariteit. Losmaakbaar installeren, modulair bouwen en het gebruik van biobased of gerecyclede materialen winnen terrein. De installateur krijgt een bredere duurzaamheidsrol die naast CO₂-reductie ook grondstoffen, circulariteit en toekomstbestendigheid omvat. Onderdeel van het circulaire denken vormt revisie: van printjes, tot ventilatoren, pompen en omvormers. Ingezamelde gebruikte onderdelen kunnen door specialisten weer geschikt gemaakt worden voor hergebruik, inclusief garanties.
