Hybride is hot. Dat bleek maar weer eens tijdens de workshop ‘Hybride: hoe dan?’ die Rensa gaf tijdens de Installatie Vakdagen afgelopen september in Hardenberg. Een volle zaal installateurs luisterde aandachtig naar Matthias Stukker en Steven Kok van Rensa Techniek. Zij legden de aanwezige installateurs in vijf stappen uit wanneer een hybride warmtepomp een goede optie is en wat de aandachtspunten zijn bij zowel de selectie als de plaatsing. Hieronder de vijf stappen van Stukker en Kok uitgelegd.
Hybride: hoe dan?
STAP 1: Voor welke woningen is een hybride geschikt?
“Kijk altijd eerst bouwkundig!” begint Stukker. Alles begint bij de woning: is deze wel geschikt voor een hybride opstelling? Goed om te weten is dat in Nederland maar liefst driekwart van de woningen – ruim 6 miljoen - voor 1992 gebouwd is. Loop bij iedere woning drie belangrijke punten na, betogen Stukker en Kok: 1) De energievraag van de woning. Is deze goed geïsoleerd, welk type glas heeft de woning? 2) Wordt de benodigde energie al duurzaam opgewekt door bijvoorbeeld PV-panelen? En 3) Wordt de benodigde fossiele energie al zo zuinig mogelijk gebruikt dankzij bijvoorbeeld een goed ingeregelde ketel en een lagere aanvoertemperatuur? Stukker: “Deze drie punten vormen meteen een mooi stappenplan voor bewoners die hun investering liever gespreid willen doen.”
Woningen die te slecht geïsoleerd zijn en waar ook geen plannen zijn voor verbetering, zijn niet geschikt voor een hybride. Datzelfde geldt voor woningen die gewoonweg te klein zijn of waar echt geen plaats is voor een buitendeel. Nadat blijkt dat een woning geschikt (te maken) is voor een hybride warmtepomp, volgt de opname. Neem hierin de onderstaande punten mee.
STAP 2: bepalen van het vermogen
Voor het kiezen van de juiste warmtepomp is het bepalen van het vermogen essentieel. Stukker: “50% van het benodigde vermogen van een warmtepomp voldoet in maar liefst 90% van het jaar. Dat komt dus neer op een bètafactor van 0,5. Voor die overige 10% is dan de CV-ketel nodig.” Moeite met het uitrekenen van het vermogen? De afdeling Techniek van Rensa kan dit uitrekenen voor elke specifieke situatie.
STAP 3: selectie hybride opstelling
Alle informatie is nu binnen om het juiste type hybride opstelling te kiezen. Dat kan ook een all-electric ready zijn. Als de woning op een later moment nog beter geïsoleerd wordt, of als er later een LT-afgiftesysteem wordt geplaatst, dan is een all-electric ready klaar voor een volledige overstap naar elektriciteit. Kok: “Mochten de bewoners kiezen voor all-electric ready, kies dan nu wel alvast een warmtepomp met een hoger vermogen, namelijk met een bètafactor van 0,8 in plaats van 0,5.” Ook belangrijk: nu alvast nadenken over de mogelijkheden voor warmwatervoorziening als in de toekomst de CV-ketel helemaal wordt weggehaald.
STAP 4: inregelen
Als de hybride installatie geplaatst is, dan volgt het inregelen. Er zijn drie verschillende criteria om op in te regelen:
- Op basis van de laagste energiekosten. Dit zorgt voor bewoners voor de grootste financiële besparing, maar is niet makkelijk te realiseren.
- Op basis van aanvoertemperatuur. Hierbij ondersteunt te ketel de warmtepomp indien nodig.
- Op basis van bivalentiepunt, waarbij de warmtepomp volledig uit gaat.
STAP 5: inbedrijfsstelling en nazorg
Stukker en Kok adviseren bij de inbedrijfsstelling altijd de eindgebruiker te betrekken, zodat hij weet wat er anders is dan voorheen, wat hij mag verwachten en hoe het systeem voor hem werkt. Praat daarbij ook over het te verwachten comfort en dat dit mogelijk verschilt van wat hij gewend is. Volg verder bij de ingebruikstelling altijd nauwkeurig de handleiding van de fabrikant, benadrukken Kok en Stukker. Stukker: “Ik raad aan om een merk uit te zoeken dat goed bij je past en dit toestel goed te leren kennen. Dat werkt prettig.”
Wat betekent hybride?
De letterlijke betekenis luidt ‘nauwe vermenging van ongelijksoortige zaken’. In het geval van een hybride warmtepompopstelling hebben we het dus over twee brandstofsoorten die waterzijdig met elkaar vermengd worden.