Redactioneel

Slim combineren van radiatoren en vloerverwarming voor hoger rendement

Sommige woningen zijn niet geschikt voor lage temperatuurverwarming met de bestaande radiatoren. In dat geval is vervanging of uitbreiding de logische stap. Dit artikel beschrijft de twee meest gekozen routes: het toepassen van lage temperatuurradiatoren of convectoren, en het combineren van radiatoren met vloerverwarming. Daarbij komen ook ventilatie, leidingdiameters en het verschil tussen hybride en all-electric systemen aan bod. Het doel: een efficiënte warmteafgifte bij zo laag mogelijke aanvoertemperatuur.

Wanneer radiatoren structureel tekortschieten of de overstap naar lage temperatuurverwarming gewenst is, is vervanging onvermijdelijk. Voorwaarde is ook hier weer dat de woning voldoende geïsoleerd is. Zonder beperking van de warmtevraag is overgaan naar een lage temperatuur zinloos.

Er zijn grofweg twee routes. Enerzijds de lage temperatuurradiatoren en convectoren: compacte toestellen met ingebouwde ventilatoren en aluminium lamellen die op 35 of 50 graden toch ruim vermogen leveren. Anderzijds vloerverwarming, die vooral vaak op de begane grond wordt aangebracht. Afhankelijk van de vloerconstructie wordt gekozen voor infrezen of voor een droogbouwsysteem bij houten vloeren.

Een belangrijk punt bij het combineren van vloerverwarming en radiatoren is de temperatuurregeling. Blijven de bestaande radiatoren boven hangen, dan heb je vaak twee temperatuurtrajecten nodig: een lage aanvoer voor de vloerverwarming op de begane grond en een hogere voor de radiatoren op de andere woonlagen. Kies je er echter voor om de radiatoren te vervangen door lage temperatuurconvectoren, dan kan het hele systeem op één regime draaien. Dat maakt de installatie eenvoudiger, geeft de warmtepomp een beter rendement en voorkomt dat er extra pompen, een menggroep of verdelers nodig zijn. Dit vraagt echter wel om een grotere investering.

Vergeet daarbij ook niet naar de ventilatie te kijken. Raamroosters leiden bij LTV vaak tot warmteverlies en minder comfort. Balansventilatie (systeem D) is daarom de meest logische keuze en kan een besparing tot 30% opleveren ten opzichte van systeem C, al vraagt dit in bestaande woningen vaak een forse ingreep. In de praktijk blijft het meestal bij systeem C, tenzij er toch al een grote verbouwing gepland staat. Juist dan is het verstandig balansventilatie mee te nemen, zodat het lage temperatuurafgiftesysteem optimaal kan presteren.

Bij een hybride opstelling volstaan meestal de bestaande leidingen. Maar ga je volledig  naar all-electric, dan zijn leidingen met grotere diameter nodig om met een lage ΔT voldoende warmte te transporteren.

Checklist

  • Meet en bereken de benodigde capaciteit bij lage temperatuur.
  • Kies voor LTV-radiatoren/convectoren of vloerverwarming.
  • Stem ventilatie en isolatie af op de nieuwe situatie.
  • Controleer de leidingen: bij all-electric vaak grotere diameters nodig.
  • Bespreek met de klant de meerinvestering en verwachte besparing.

Wil je weten hoe je bestaande radiatoren kunt behouden én toch geschikt maken voor lage temperatuurverwarming? Lees dan Bestaande radiatoren klaar voor lage temperatuurverwarming.

Meer halen uit bestaande vloerverwarming? Lees Haal het maximale uit bestaande vloerverwarming met inregelen, spoelen en naregeling.