Redactioneel

Checklist: 7 aandachtspunten bij 'vraaggestuurd ventileren'

Het moderne ventileren gebeurt niet meer op basis van het aantal kuubs van een woning, maar op basis van luchtkwaliteit. Vraaggestuurd ventileren is dus zuiniger, effectiever en biedt meer comfort. Rensa zet de aandachtspunten op een rij.

1. Wat is vraaggestuurd ventileren?

In het verleden werd louter geventileerd op basis van de inhoud van ruimten, en dan veelal enkel keuken en badkamer/toilet. Vraaggestuurde ventilatie is een (energie)efficiënte maar bovenal meer gezonde ventilatietechniek. De luchtverversing wordt geregeld op basis van de luchtkwaliteit die gemeten wordt met sensoren. Hierdoor ontvangt elke ruimte in een woning voldoende verse lucht, maar nooit te veel. Vraaggestuurd ventileren kan zowel met mechanische ventilatie (systeem C) als balansventilatie (systeem D).

2. De rol van ventilatie verandert

De isolatie en kierdichtheid van woningen is sterk verbeterd. Dit betekent dat er steeds minder natuurlijke ventilatie plaatsvindt langs kieren of ongeïsoleerde gebouwdelen. Om het binnenklimaat gezond te houden, wordt de rol van ventilatie steeds groter. In nieuwbouw wint gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning terrein. In slecht geventileerde woningen is de kans op schimmel, vochtproblemen en huismijt groter. Overventilatie geeft vooral comfortproblemen in de vorm van tocht.

3. Decentrale sturing

Het indelen van gebouwen in verschillende zones is een belangrijke trend. Centrale ventilatievoorzieningen, al dan niet met warmteterugwinning, kunnen door middel van kleppensturing per ruimte het debiet bepalen, en op deellast in plaats van vollast draaien. Dat scheelt energie en geluid. Ook zijn, met name in renovatie. decentrale ventilatiesystemen met wtw in opkomst.

4. Gebruik is leidend

Ventileren wat nodig is en per ruimte. Het aantal te ventileren kuubs is nog wel een indicator, maar gebruik en aanwezigheid te meer. Denk bijvoorbeeld aan de slaapkamer: hier wordt ’s nachts veel CO₂ geproduceerd, maar overdag nauwelijks. Badkamers worden vooral op basis van vocht geventileerd. Een decentrale regeling kan op basis van gebruik het debiet aanpassen.

5. Sensoren

Vocht en CO2 zijn de belangrijkste indicatoren voor luchtkwaliteit. Maar ook de aanwezigheid van fijnstof en vluchtige organische stoffen (VOC’s) zijn bepalend in de kwaliteit van het binnenklimaat. Moderne ventilatiesystemen bevatten voldoende sensoren zodat per ruimte bepaald kan worden hoe en hoeveel er geventileerd moet worden. De sensoren sturen de ventilatie-unit  en/of de kleppen aan.

6. Inregelen en bedienen

Een goed per ruimte ingeregeld ventilatiesysteem bedient in principe zichzelf. De bewoner hoeft zelf niet veel te regelen. Maar dat betekent wel dat de installateur het systeem goed af moet stemmen op de eisen en wensen van het gebouw en de bewoner. Sommige fabrikanten hebben handige apps die zowel installateur als gebruiker inzicht geven in de prestaties en in de luchtkwaliteit.

7. Onderhoud

Een ventilatiesysteem moet ook onderhouden worden. Het is belangrijk om periodiek de parameters te monitoren, de kanalen en ventielen te reinigen en (bij balansventilatie) de filters te vervangen. Hierdoor wordt een goede binnenluchtkwaliteit gewaarborgd.